De flat

Didalmi


Als de flat het lichaam van een mens was, dan was Willem één van zijn ogen. Willem woonde precies waar het rechteroog kon zitten. De flat telde 748 huisnummers, verdeeld over zes portieken en elf verdiepingen. Het was een grote, maar geen bijzondere flat. Het kende geen speciale hoeken of verspringingen. Het was gewoon een rechthoekig gebouw. Willem leefde als een kluizenaar en had één geheim: hij gluurde elke dag naar eenzelfde soort flat aan de overkant van de weg.

Ooit was Willem als veelbelovend regisseur naar Hollywood vertrokken. In zijn eerste jaar had hij meteen een filmhit gescoord, waarin een roodharige actrice de sterren van de hemel speelde. Maar toen zijn volgende projecten mislukten, werd hij meedogenloos afgeserveerd. Hij vloog terug naar Nederland, verstopte zich in de flat en metselde torens van lege pizzadozen om zich heen. Filmen durfde hij niet meer. Tot hij op een ochtend wakker werd en het zag. De flat aan de overkant was een levensechte adventskalender waarin zijn nieuwe film schuilde. Achter elk luikje zaten personages en scènes waarmee hij zijn lege filmrol kon vullen.

Willem had dezelfde dag nog zijn oude camera voor het raam in zijn slaapkamer gezet en sprak met zichzelf af dat hij elke dag één hokje mocht openkrassen. Hij had alle overburen een nummer toegekend en uiteindelijk drie roodharige overburen geselecteerd op wie hij inzoomde. Maandenlang volgde hij hoe zij het pad naar hun dromen bewandelden. Zo wist hij dat mevrouw #13 na het overlijden van haar dochter elke zondagmiddag de stekker van de vaste telefoon uit het stopcontact trok, en dan samen met haar man reisboeken ging lezen op de bank. Als de wind een keer goed zou staan, dan zouden ze vast en zeker hun spullen pakken en voorgoed verdwijnen. Juffrouw #76 was een eeuwige studente die volgens Willem droomde over liefde als in de mooiste romans. Bijna elk weekend nam ze een jongen mee naar huis en sprongen de vonken een nacht lang uit de ramen van haar appartement. Maar nooit kwam dezelfde jongen terug. Na iedere romantieke teleurstelling blies zij haar opgekropte frustratie urenlang door haar saxofoon. En meneer #188 keek na het faillissement van zijn bakkerszaak hele dagen naar online tutorials voor beginnende kappers. Daarbij liep hij om de twintig minuten naar het balkon om zijn knipbeweging te oefenen. Per ‘knipbeurt’ rookte hij standaard drie sigaretten en deed dan hij alsof hij een goed gesprek had met een klant.

Willem was nog nooit in de flat aan de overkant geweest. Hij had altijd gezegd dat hij op een dag zijn stoute schoenen zou aantrekken en weer het leven in zou stappen, maar hij had de schoenen te lang in de doos laten zitten. Nu het virus in zoveel huishoudens was binnengedrongen, sloten de overburen één voor één hun gordijnen. Van de een op de andere dag zag hij zijn hoofdrolspelers niet meer. Het enige dat hij de laatste dagen nog had gezien, waren de rookpluimen die een grote schoorsteen op het dak de lucht in hoestte. En een ambulance voor de ingang van de flat. Uit die ambulance sprongen zorgverleners met gezichtsmaskers, rubberen handschoenen en beschermende pakken. Even later renden ze terug uit de flat met een gevulde brancard. Willem draaide aan de knop van zijn camera om in te zoomen, maar door het hoog opgetrokken witte laken kon hij niet goed zien wie er op de brancard lag. Hij zag alleen een rode haarlok langs de zijkant hangen. En wist dat één van de dromen nooit de toekomst zou halen. Alleen het filmdoek.


Didalmi (1983) is een tekstschrijver en plaatst wekelijks versjes op Instagram over het nieuws. Met die versjes verscheen hij in Vlaamse kranten als Het Laatste Nieuws en Het Nieuwsblad, journalistiek weekblad Knack en tijdschrift Flair. Aan het einde van het jaar wil hij graag zijn eerste bundel uitbrengen: een jaaroverzicht in zijn stijl. Volg hem @didalmi.


Lees ook:
Contactloos • Lena Kurzen
‘Blijf zoveel mogelijk thuis.’ De premier kijkt recht in de camera. Josefiens mondhoeken krullen op, ze voelt een tintelend warm gevoel in haar buik. Haar handen beginnen te applaudisseren. Het geklap vult de stilte die de premier heeft laten vallen. Ze zet de tv uit en pakt haar laptop van de salontafel.
Lees verder


Lees ook:
Avondbeelden • Ola Enzler
Ik loop door de ontvolkte straten van Amsterdam-Oost. Het enige licht komt van de gele straatlantaarns en de lichten achter de ramen. Ik wikkel mijn sjaal rond mijn gezicht. Ik ben opgelucht dat er niemand over straat loopt, dat de kans om ziek te worden kleiner is, dat ik niet uit hoef te wijken voor langslopende mensen.
Lees verder