Ze zullen je vergeten

Ron Vaessen



Sssssssstttttttt


Ik wil pratende en whiskydrinkende mannen
en wijsvingers zien tegen lippen van vrouwen
die hakken droegen en hoe sigarettenrook mensen
omgaf zoals troebele aura’s het naderende einde voorspellen
volgens zieners die antwoorden geven op vragen

die niemand ze eens stelt. Maar de straten
zijn overspoeld door de schuldelozen
die de schuldenaren zijn
geworden of altijd al waren, wie
houdt de tel bij en wat wil je doen
we verliezen onze vorm, onze massa
is nog maar zes procent.

Schuld was nooit meer dan een woord
ideaal had geen letter meer te bieden
het ideaal is een cliché (dit wisten we maar al te goed)
de omstandigheden zijn nou eenmaal
de druk in je volgelopen longen het zweet en
etterende blaren op voetzolen en vingertoppen
door gemaakte meters onze lichamen
een gletsjer op sissend asfalt.




Je moet

Was je handen
veeg je billen, put uit je voorraden
en zoen met je ellebogen, laat
niet zien dat je er bent.

Haal in de hoek van de woonkamer
de kabels uit de knoop
strik je veters, pak je handschoenen en ren
over lege straten tot de grond zacht wordt

laat jezelf vallen
ver van constructies van stalen
ideeën van rechte lijnen maak je
vies bijt van jezelf

hele stukken af, maak jezelf wijs
dat je een reden nodig had stil te blijven
zitten, handen in de lucht. Alsof
het onvermeld is gebleven: ook online

gaan bijeenkomsten door maar er is niemand
die je mist, op knokkels aftelt waar je bent
waar je om te beginnen al die tijd was. Ze
zullen je vergeten. En waag het niet, waag het

niet te denken dat je er iets aan had
kunnen doen. Je moet het laten gaan
laat het gaan, waarom doe je de dingen
wie zit er op je te wachten behalve jij, hier

in de bladeren. Meer is er nooit geweest.
Sluit je ogen, grijp je handen vol lente
knijp je gewrichten breek
ze in de wind. Luister.




Op de speelkamer

Ik drink appelsap met schillen
De buurjongen weigert te drinken, eten vergeet hij
‘De sirenes komen dichterbij’ is zijn refrein
‘Het RIVM is ons op het spoor!’ roept mijn moeder

En mijn broertje slaat op de deur
Ik druk mijn duim harder op het driehoekje
Vierkantje en kruisje, het rondje haat ik
Als je jong bent bestaat de wereld

Nog niet echt, er zijn alleen de volwassenen
Met hun gedrag, je begrijpt het
Wanneer je botten en wervels kraken
Omdat er geluiden zijn en mensen

Waar je helemaal krankzinnig van wordt
Ik weet dit trouwens nog niet, ik spring alleen maar
Uit de bureaustoel en krijs van geluk, de buurjongen kijkt morsig
Ik heb de highscore verbeterd, mij haalt hij niet meer in


Ron Vaessen (1987) schrijft korte verhalen en gedichten. Eerder publiceerde hij in Kluger Hans, Hard//hoofd en deFusie. In 2014 stond hij op de longlist van de Lowlands-schrijfwedstrijd. Hij is redacteur van de Tilburgse universiteitskrant Univers.


Lees / luister ook:
Logboek van een quarantaine • Babet te Winkel
Dag 334. Het kan niet anders dan een dag als alle andere zijn. Ze herinnert zich nog vaag hoe het voelde om door de straten te lopen. Voorbijgangers die met hun arm langs de hare schuurden. Ze had nooit gedacht dat ze dat zou gaan missen. Zij was juist altijd iemand geweest die een hoepel had willen dragen zodat de mensen uit haar aura zouden blijven.
Lees verder


Lees ook:
Niemand kijkt • Else Boer
Vandaag wil ik een nieuw format uitproberen – even iets anders. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik voel me behoorlijk rusteloos en ik merk dat ik het fijn vind om mijn hart te luchten. Natuurlijk komt de content waaraan je gewend bent ook online. Ik had gewoon zin om dit te maken – je zou het een confessional kunnen noemen?
Lees verder