Human Zero
Sophie Laurence
Ik leef samen met het prototype quarantaine-mens, maar om tot dat punt te komen, zal je je eerst in vogelvlucht door mijn brein moeten worstelen. Voor mij kwam de klap hard. Op 15 maart deed zowel de universiteit waar ik Nederlands studeer als het theater waar ik programma’s voor maak zijn deuren dicht. We zaten met elkaar opgescheept, mijn vriend en ik. Paniekerig keek ik om me heen. We hadden wel vaker vreemde keuzes gemaakt, zoals samenwonen na zeven maanden verliefd zijn op negentienjarige leeftijd, maar dit was geen keuze. Vanaf nu zaten we gedwongen samen thuis. Hoe onwerkelijk de wereld ook voelde, ik had in elk geval nog een mailbox vol af te zeggen afspraken. Rotwerk is ook werk.
De dagen die daarop volgden waren voor mij kritiek: ik had bedacht dat ik me zomaar zou kunnen gaan vervelen. Ik moest iets bedenken om te gaan doen. Elke ochtend werd ik om zes uur wakker, terwijl ik elke avond na enen in bed lag. Gelukkig was daar Yoga with Adriene, voor een rustgevend begin van de dag, alhoewel ik daarna nog steeds liep te stuiteren. Ik had gelukkig wel wat te doen, want ik had deadlines en tentamens, maar dáárna? Wat zou ik dan in godsnaam met mezelf aan moeten?
Iedereen die ik volg op Instagram is een boek aan het schrijven, een plaat aan het maken of heeft het schoonste, meest opgeruimde huis ooit. Mijn huis is een teringzooi, want ik zit er nu de hele dag in. Zoals mijn vriend, oftewel, het prototype quarantaine-mens, schouderophalend zei: ‘Ons huis is alleen netjes als we allebei lekker veel weg zijn en het druk hebben.’ Ik zou hier nu iets kunnen schrijven over creatieven en hoe slordig die zijn, maar dat cliché bespaar ik je. Een teringzooi was het dus en laten we het over dat boek dat iedereen aan het schrijven is maar helemaal niks zeggen, want uit mijn vingers kwam nog niet eens één column.
Ik houd de dagen niet meer bij. Het enige dat me inzicht geeft in welke dag het is, is de pil die ik elke ochtend slik. Ik lig op de bank en probeer me te bedenken of er iets is dat ik nu beter zou kunnen doen dan Like Monica kijken. Treurig genoeg komt er niets in me op. Mijn vriend zit achter zijn laptop op mensen te schieten. Dit is, denk ik, de elfde dag dat hij exact dit doet en ik heb hem nog niet één keer gehoord over de toeslaande verveling of zinloosheid. Ik kijk naar hem en vraag me af hoe het is om zo relaxed te zijn. Hij zit de hele dag in zijn badjas, ik probeer me vast te houden aan het ritueel van mijn haar rood verven en me elke dag opmaken.
‘Niks doen is ook een bezigheid,’ lees ik terwijl ik op de bank lig. Iets waar mijn vriend bijzonder goed in is. Ik vraag hem of hij even bij me komt liggen. Van al die yoga had ik verwacht me ondertussen wel zen te voelen, maar dat punt heb ik helaas nog niet bereikt. Hij kruipt bij me op de bank: ‘Ik denk dat er heel wat burn-outs verholpen zijn na deze crisis.’
Ik kijk hem aan en zeg dat ik het zo nog niet heb ik bekeken. Ik kan me namelijk vooral voorstellen dat ongeveer iedereen met een gezin en een baan hierna een burn-out heeft, maar misschien zijn inderdaad bij onze generatie de burn-outs wel verholpen. Zelfs de universiteit benadrukt in elke infomail dat thuiswerken niet betekent dat je de hele tijd productief moet zijn en dat het oké is als er even niks uit je handen komt.
Zelf ben ik er niet heel oké mee dat er niks uit mijn handen komt. Ik open Instagram voor de 336e keer die dag en zie dat mijn schermtijd staat op zeven uur en drieëndertig minuten. Iedereen die ik ken is nog steeds zijn huis aan het opruimen, full-time aan het sporten of dat boek aan het schrijven. Ik ben voor het eerst in lange tijd helemaal niks aan het doen. Sterker nog, ik ben zo niks aan het doen dat ik niet eens een boek léés. Mijn vriend ligt naast me en lacht naar me. Ik vraag hoe het met hem gaat, deze quarantaine, hoe hij zich voelt, of hij al gek van me wordt in onze stadse bovenwoning zonder tuin, balkon, binnenplaats of ademruimte. Hij vindt het wel gezellig. ‘Ik ook, eigenlijk,’ zeg ik. ‘Ik zou met niemand liever in quarantaine willen dan met jou en eigenlijk heb ik me nog geen moment aan je geërgerd. Zelfs minder dan normaal.’ Oké, er is één ding dat ik irritant vind en dat is zijn gefluit. Wie is er nou ooit zó blij, dat ‘ie ervan gaat fluiten?
‘Eigenlijk,’ zegt hij is dit wat ik altijd al eens heb mee willen maken. Zien dat de wereld stil staat en dat dat kan. Dat iedereen op kan houden met wat hij doet en dat de aarde gewoon om de zon blijft draaien.’ Op dag drie dacht ik nog, de klap zal bij hem ook wel komen, maar op dag zeventien geloof ik dat hij gelijk heeft. Hij gaat zich niet vervelen en hij is zo zen, dat zijn gedachten hem ook niet opvreten. Hij is Human Zero. De eerste mens op aarde die genot haalt uit verveling en zinloosheid. Ik zie hem liggen, middenin de troep die hij zelf gemaakt heeft. Ik hoor hoe hij een nieuw biertje opentrekt en zie hoe hij zich uitstrekt als een kat in de zon. Hij geniet. Waren we maar allemaal een beetje zoals hij.
‘Niks doen is ook een bezigheid.’ Ik herhaal de zin in mijn hoofd en hoe ik vaker ik hem hoor, hoe meer ik begin te begrijpen dat dat het probleem is. Het enige zinloze moment in ons leven, proberen we ook zin te geven. Er bestaat een prototype quarantaine-mens en ik heb zojuist ontdekt dat ik ermee samenwoon. Nu lach ik naar hem. Ik geef eraan toe dat ik de wereld niet beter aan het maken ben, ik mezelf niet ontwikkel en dat helemaal niemand mij op dit moment nodig heeft. Voor even voel ik me heerlijk zinloos.
Sophie Laurence (1998) studeert Nederlandse Taal & Cultuur aan de Universiteit Utrecht, schrijft, bedenkt en organiseert voor online platform Het Lief Dagboek en maakt programma’s voor De Mus in het Torpedo Theater. Ze schrijft opinie, verhalen en gedichten en heeft onder andere voorgelezen op Vurige Tongen en Notes Of A Dirty Old Man. Haar live talkshow ‘Feministisch Spreekuur’ stond dit jaar op Mantis Festival in Utrecht. In haar ideale wereld, zou ze in deze quarantainetijden een debuutvoorstelling schrijven.
sophielaurence_
sophielaurence_
Lees ook:
Virups • Janneke Veger
Mijn konijn heet Reus en woont op het balkon. Hij is het allerliefste konijn van de wereld. Hij houdt het meest van wortels maar ook van paardebloemblad. Als ik paardebloemblad zeg, moet papa lachen.
Lees verder
Virups • Janneke Veger
Mijn konijn heet Reus en woont op het balkon. Hij is het allerliefste konijn van de wereld. Hij houdt het meest van wortels maar ook van paardebloemblad. Als ik paardebloemblad zeg, moet papa lachen.
Lees verder
Lees ook:
Wandelen • Wouter Degreve
Aan de overkant van de straat staat een zwerver die op Snoop Dogg lijkt. Hij drinkt een halve liter bier, hij drinkt met grote slokken. Op één-twee-drie heeft hij zijn blikje leeg en steekt het dan in de lucht, alsof hij net een Oscar gewonnen heeft.
Lees verder
Wandelen • Wouter Degreve
Aan de overkant van de straat staat een zwerver die op Snoop Dogg lijkt. Hij drinkt een halve liter bier, hij drinkt met grote slokken. Op één-twee-drie heeft hij zijn blikje leeg en steekt het dan in de lucht, alsof hij net een Oscar gewonnen heeft.
Lees verder